Tegenwoordig zijn er steeds meer homoseksuele personages te vinden in televisieseries. Inmiddels zijn diversiteit en inclusiviteit bijna een checkbox om af te tikken wanneer er een nieuwe serie wordt gemaakt. Deze representatie is echter niet vanzelfsprekend. Daarom heb ik onderzoek gedaan naar lesbische personages in de Nederlandse televisiegeschiedenis. Hier heb ik vervolgens drie podcastafleveringen over gemaakt, die je hier ook kunt terugvinden. Deze blog geeft een kijkje in de theoretische achtergrond van het onderzoek en dient als introductie of aanvulling op de podcast.
Verhalen op televisie vormen het fundament voor onze gedeelde ervaring in de samenleving, aldus auteur Diane Anderson-Minshall. Een goede en eerlijke representatie van minderheden zoals homoseksuelen is daarom van groot belang. Daarnaast gebeurt het ook bij homoseksuele personages dat zij vaak toch voldoen aan de heteroseksuele norm. Daarbij kun je denken aan lesbische koppels waarbij de één zich mannelijk presenteert en de ander vrouwelijk.
Hierboven wordt benoemd dat er steeds meer homoseksuele personages te vinden zijn in televisieseries, maar hoe zit dat precies met de Nederlandse televisiegeschiedenis?
Auteur Megan van Meer en universitair docent Monique Pollmann deden onderzoek naar de representatie van lesbische, homoseksuele en biseksuele personages op de Nederlandse televisie. Zij concludeerden onder andere dat er sprake is van onderrepresentatie in Nederlandse televisieseries, en waar er wel sprake is van homoseksuele personages, worden deze vaak stereotyperend neergezet.
Als eerste is het goed om het idee van stereotypen aan te snijden. Volgens cultuurtheoreticus Stuart Hall hebben mensen continu de neiging om verschillen te benadrukken. Het kan nuttig zijn om verschillen te benadrukken, maar het kan ook tot gevolg hebben dat we reductionistisch gaan denken en mensen gaan classificeren.
Wanneer dit benadrukken van verschillen te ver wordt genomen, ontstaan er stereotypes. Volgens Hall komen deze tot stand doordat opvallende en breed erkende karakteristieken simplistisch en overdreven worden neergezet. Dit essentialiseren zoals hij dat noemt, onderscheid het ‘normaal’ van het ‘abnormaal’. Zo worden lesbische stereotypes vaak geassocieerd met mannelijke kenmerken zoals dominantie of assertiviteit waardoor zij als anders gezien worden ten opzichte van heteroseksuele vrouwen.
Als we verder duiken in lesbische stereotypes en met name lesbische personages op televisie, zijn daarin twee dingen belangrijk; het uiterlijk vertoon en de verhaallijn. In het uiterlijk vertoon worden lesbische personages soms heel mannelijk neergezet. Zo kunnen ze brutaal zijn, heel gespierd of hebben ze kort geknipt haar.
Aan de andere kant worden lesbische personages soms juist zo vertoont dat ze ook aantrekkelijk zijn voor heteroseksuele mannen, en dus voldoen aan het heteronormatieve schoonheidsideaal volgens Van Meer en Pollmann.
Later komt hier nog een definitie bij en dat is de postmoderne lesbienne, een idee dat Aviva Dove-Viebahn beschrijft. De postmoderne lesbienne is zowel in gedrag als haar uiterlijke presentatie niet extreem mannelijk of vrouwelijk. Hiermee wordt er gezocht naar een meer genuanceerde versie van lesbische personages.
Ten tweede hebben we de verhaallijn van lesbische personages. Het begrip van de symbolische lesbienne van kunsthistorica Laura Cottingham is hierin belangrijk. De symbolische lesbienne is een lesbisch personage die voor een korte tijd de grote verhaallijn op zijn kop zet. Dit lesbische personage wordt geïntroduceerd in een serie, maar verdwijnt ook weer snel uit de verhaallijn. Zo wordt zij bijvoorbeeld hetero ‘gemaakt’, of wordt zij op een andere manier uit de serie geschreven.
Daarnaast is de moeilijkheid van het uit de kast komen vaak een verhaallijn die naar voren komt bij lesbische personages. Als laatste bestaat ook het idee van het seksueel roofdier als lesbisch personage. Dit is vaak een masculien presenterend personage die zich seksueel grensoverschrijdend gedraagt of meerdere seksuele relaties tegelijkertijd aangaat. Dit personage wordt vaak vergeleken met negatieve stereotype kenmerken die passen bij mannen, schrijven professoren Candace Moore en Kristen Schilt.
De bovenstaande theorieën en stereotypen worden in de podcastafleveringen toegepast met betrekking tot Nederlandse televisieseries uit de geschiedenis.
In de eerste podcastaflevering wordt het stereotype seksueel roofdier behandeld. Het personage Teun uit de serie Vrouwenvleugel zal daarin centraal staan. De tweede podcastaflevering gaat over het personage Babette uit de serie Rozengeur en Wodka Lime. Zij voldoet aan het idee van de symbolische lesbienne. De laatste aflevering gaat verder in op het idee van de postmoderne lesbienne en gebruikt hiervoor Anne uit de serie ANNE+ als voorbeeld.
Ben je benieuwd hoe deze lesbische personages precies voldoen aan ‘hun’ stereotype? Beluister dan snel de podcastserie!
Podcastserie
Aflevering 1: Teun – Het seksueel roofdier
Dit is de eerste aflevering van de podcast Lesbische Stereotypes: TV-Verhalen. In deze podcast neem ik je mee door een korte geschiedenis van lesbische personages op de Nederlandse televisie. In deze aflevering staat het personage Teun uit de serie Vrouwenvleugel centraal. Teun wordt neergezet als een seksueel roofdier, maar wat betekent dat eigenlijk en hoe wordt er in de media over haar geschreven?
Aflevering 2: Babette – De symbolische lesbienne
Deze tweede aflevering van de podcast Lesbische Stereotypes: TV-Verhalen gaat over het personage Babette uit de serie Rozengeur en Wodka Lime. Van de zes seizoenen komt Babettes lesbische verhaallijn maar in één seizoen naar voren. Wat zegt dat over de stereotypering van deze lesbische verhaallijn?
Aflevering 3: Anne – De postmoderne lesbienne
In deze laatste aflevering van de podcast Lesbische Stereotypes: TV-Verhalen wordt Anne uit de serie ANNE+ besproken. Deze serie uit 2018 heeft bewust een hele positieve benadering en Annes seksualiteit is slechts een gegeven, geen probleem. Waarom voldoet zij dan aan het idee van de postmoderne lesbienne?